Onlangs heb ik een fantastische reis gemaakt door Lapland. Daar heb ik het voorrecht gehad om het Noorderlicht te mogen fotograferen. Ik heb veel vragen ontvangen van jullie over hoe ik dit soort foto’s nu maak.
Wat je nodig hebt:
Een tripod of een andere vlakke ondergrond.
Een goede spiegelreflex (één die goed om kan gaan met hoge iso’s)
Weinig lichtvervuiling
En uiteraard het Noorderlicht zelf.
Sommigen van jullie zullen misschien denken dat je de sluiter gewoon heel lang open kan laten staan.
Helaas kom je dan bedrogen uit. Doordat de aarde draait, ben je niet in staat om je sluitertijd langer open te zetten als 20 seconden.
Als je langer dan 20 seconden je sluitertijd openlaat, zal je zien dat de sterren al verplaatst zijn
ten opzichte van waar ze stonden toen je de sluiter net openzette.
Hierdoor ontstaan startrails. Prachtig voor gewone nachtopnames, maar niet voor het Noorderlicht.
Kortom, laat je sluiter niet langer dan 15 tot 20 seconden open.
Dit zorgt voor hele andere uitdagingen. Hoe zorg je er voor dat je in 20 seconden genoeg licht binnenkrijgt?
De truc hiervoor is dit:
Zet je camera op manueel. Zet je diafragmawaarde zo laag mogelijk (2.8 in mijn geval). Zet je sluitertijd tussen de 15 en 20 seconden en je isowaarde helemaal op 2500. Zet je lens op manueel-scherpstellen en draai deze helemaal naar oneindig. Draai deze daarna weer een heel klein stukje terug. Gebruik een 2 seconden sluitertijd vertraging zodat de camera niet trilt van het indrukken van de sluiterknop.
En dat is het, zorg voor een rustige compositie en je zult een paar van je mooiste landschapsfoto’s ooit maken!!
Veel plezier, en succes!
Voor meer van dit soort tips en trucjes, kan je één van mijn cursussen of workshops volgen!