Gouden regel bij fotografie
Gedurende mijn jaren als fotograaf, is er één les die ik geleerd die mijn hele kijk op fotografie heeft veranderd. Wat is namelijk het echte verschil tussen een amateur en een professional?
Het antwoord is: prof’s houden het simpel.
Bij goede fotografie gaat het niet om hoeveel je in een foto kan proppen. Sterker nog, het gaat om het exact tegenovergestelde. Als ik aan het fotograferen ben, zoek ik continu naar onderwerpen die mij opvallen. Alle andere onderwerpen op de foto laat ik er het liefste uit.
Je moet continu bij jezelf nagaan ‘voegt dit object of onderwerp wat toe aan de gehele foto?’. Zo niet? Gooi het er dan zo snel mogelijk uit. Dit doe je door je eigen standpunt te veranderen. Of als het afleidende object draagbaar is, zet je het even aan de kant. Mocht beiden niet willen, dan kan je het altijd nog nadien in photoshop proberen.
Een goede manier om te testen of je foto simpel genoeg is, is door er kritisch zelf naar te kijken. Als je merkt dat terwijl je naar de foto kijkt, je ogen van de ene hoek naar de andere gaan zonder ergens rust te vinden, dan doe je iets verkeerd. Je oog zoekt een plek om te ‘landen’ zoals dat heet in de fotografiewereld. Maar bij een drukke compositie is er continu weer een ander onderwerp dat de aandacht vraagt. Daarentegen, als je naar de foto kijkt en je blik landt telkens weer op dezelfde plek, dan heb je een topper te pakken!
Laat me een voorbeeld geven:
Dit is slechts een steiger, een groot meer en wat wolken. Meer niet! Kijk nu naar de foto en vertel me waar je oog blijft rusten.
Laat me raden, het kleine paaltje in het midden?
Dus, wil jij je fotografie verbeteren? Zorg dat je continu bezig bent om je beeld zo simpel mogelijk te houden.
Wil je meer leren over fotografie? Ik bied zowel cursussen als workshops aan!